Aanpassing zachte contactlenzen

Zachte lenzen

Klinkt goed, een zachte lens. Maar een niet juist aangemeten zachte contactlenzen, kunnen op termijn oogirritaties, ontstekingen en (blijvende) schade aan het oogoppervlak veroorzaken. Een ander probleem is, dat niet alle correcties 100 % zijn uit te voeren met een willekeurige zachte lens. Dan zijn er eigenschappen  van een zachte lens die in de loop van de dag, of aan het eind van de draagperiode van een lens pas merkbaar zijn. Bijvoorbeeld het uitdrogen van de lens, of aanslag op een maandlens aan het eind van de draagtijd van deze lens. Dit maakt de ene lens voor een oog wat meer geschikt dan een andere. En daar komt dan ook een optimale aanpassing van de lens om de hoek kijken.

 

Wat is er nodig voor een goede aanpassing:

Afgezien van het draagcomfort, wat ook een zekere gewenning vraagt, moet een zachte contactlens geen kwetsbare bloedvaatjes belemmeren. De lens moet altijd voldoende zuurstof doorlaten en ook aan het einde van de dag z’n vorm en draagcomfort houden, wat een combinatie is van contactlens materiaal en watergehalte. En natuurlijk minstens zo belangrijk; een optimale correctie. Daarmee heeft de hele dag een veilige lens waarmee u scherp ziet die een hoog draagcomfort heeft.

Bij de aanpassing van zachte contactlenzen worden de gegevens van het oogoppervlak bepaald, dat gebeurt met een bio-microscoop,  waarmee de gegevens het oogoppervlak, traanfilm, oogwit etc. sterk vergroot, wordt beoordeelt.

Om de traansamenstelling nog beter te beoordelen wordt vaak een kleurstof gebruikt, die de tranen een kleurtje geven en waarmee meer details kunnen worden verzameld.

De sterkte voor het oog wordt gemeten.

Een topgraaf geeft vervolgens de benodigde gegevens van bolling/kromming en afvlakking van de cornea, en de regelmaat van het oogoppervlak. Vaak wordt gebruik gemaakt van een eye surface profiler (ESP), die in een 20 mm groot gedetailleerd overzicht 250000 punten vastlegt. 

Ieder oog is uniek, daarom kan de lens die voor de een wordt aanbevolen, voor een ander een verkeerde keuze zijn. Dat geldt voor de pasvorm, maar ook voor het materiaal waarvan de lens gemaakt is.

Zachte contactlenzen zijn in vrijwel alle soorten, maten en uitvoeringen te verkrijgen.

En hoewel alle contactlenzen onder strenge condities gemaakt en geleverd worden, en er dus geen ‘ondermaatse lenzen” lenzen zijn, kan de ene contactlens voor een oog een onjuiste keuze zijn. Dat geldt dus ook voor een one-size-fits-all zachte lens.

De optometrist bepaald aan de hand van de bevindingen de juiste lens bij deze gegevens.

In enkele situaties word er een aanpaslens gebruikt die bij wijze van proef op het oog wordt geplaatst om te controleren of dit de juiste keuze is, of om nadere waardes te bepalen. Zo is het bij een cilinderlens bijvoorbeeld belangrijk om ervoor te zorgen dat deze niet teveel in het oog gaat draaien, omdat u daardoor af en toe minder gaat zien.

Zijn de gegevens bepaald, dan kan de lens worden besteld bij de fabrikant. Eenmaal binnen en gecontroleerd, dan volgt instructie, over inzetten en uitnemen, onderhoud en draagtijd.

Aandacht punten bij zachte lenzen:

  • Bij oogproblemen, lenzen uit en maak snel bij uw specialist een controle afspraak.
  • Geen klachten, laat uw ogen iedere 6 maanden uw lenzen en ogen controleren.
  • Zorg voor een goede hygiëne, was uw handen voordat u de lenzen inzet of uitneemt.
  • Ververs regelmatig de lensvloeistof en het bewaarbakje

Zie ook: Omgaan met zachte lenzen